Hieronder dan nog de hele test van Motorfreaks voor de liefhebber :
In navolging tot de meeste andere merken kan ook Harley-Davidson niet anders meer en breidt uit aan de onderzijde. Met de Street 750 bedient het merk de klant in het grootstedelijk gebied die andere dingen wil met zijn motor dan het bekende cruisen waar de grotere Harleys zo goed in zijn.
In plaats van eindeloos de steppes afpruttelen, de wind door je haren en laag in toeren plotteplotteplot tot aan de horizon rijden, staat menig grootstedelijk motorrijder veelvuldig in druk verkeer, hetzij langzaam rijdend, hetzij stil voor een licht, hetzij kwiek laverend tussen het overige verkeer. De jeugd is Urban, dus Harley moet ook Urban.
En dat heeft Harley goed gezien. Richt je op de jonge motorrijder, dan komt de rest vanzelf. Op meerdere manieren, want niet alleen heeft Harley in de hogere leeftijdscategorieën al een redelijk klantenbestand, maar die jongere motorrijder wordt vanzelf ook ouder. En heb je ze eenmaal op een motor van jou, dan is het ook makkelijker om ze daar te houden. Dus daar kan mooi een nieuw modelletje bij.
Daarvoor heeft de R&D afdeling overuren gedraaid. Niet alleen voor het mooie marketingwerk, dat komt pas achteraf. Maar eerst voor de vraag ‘wat wil men nou eigenlijk en waarom’? Nou, daar zijn aardig wat kreten uit voortgekomen. De basis: steeds meer mensen wonen in stedelijk gebied. Dat komt enerzijds door het migreren naar de stad – daar zijn de kansen, de banen, het uitgaansleven- maar ook simpelweg doordat die steden steeds verder doorgroeien. Zo beland je zelfs automatisch in dichtbebouwd gebied. Daar is op zich niks mis mee, maar het verandert wel je perspectief. Die kansen en mogelijkheden, daar gaat het ze bij Harley-Davidson om. De jeugd van tegenwoordig zit niet meer gevangen in een keurslijf, maar voelt zich juist in deze omgeving vrij om te doen en laten wat ze willen. Sterker nog, de stad geeft nog méér opties dan je ergens anders kunt krijgen. Dan volgen nog meer scherp gesneden oneliners van het marketingbureau, maar de laatste werkt het allerbest: het is niet “vrijheid van”, maar “vrijheid om”. Dus geen escapisme van het dagelijks leven maar juist de vrijheid om te doen waar je zin in hebt. En met dat idee in het achterhoofd bouwt Harley-Davidson de Street 750. En dan zijn wij aan de beurt.
Denk niet dat de Street gewoon een kleinere motor is, alles is nieuw. Álles, dus ook de twin. Deze nieuwe weg werd al ingeslagen met het mooi gepresenteerde ‘Project Rushmore’ en de invoering van waterkoeling op de dikke toermachines, deze kleine 750 is óók watergekoeld. Maar behalve dat en ‘twee cilinders, twee wielen en een frame’ zijn er maar weinig verdere overeenkomsten. Het kleine blok heeft om te beginnen al een blokhoek van 60 graden in plaats van de 45 graden waar het merk groot mee is geworden en loopt dan ook volgens zeggen totaal anders. En het wordt nog gekker: bovenin vinden we namelijk kettingaangedreven nokkenassen en vier kleppen. Ja, vier ja. En dan hebben we de geïntegreerde zesbak of de wet sump smering nog niet eens genoemd. Dit is écht een afwijkend ontwerp.
Samen met de relatief kleine cilinderinhoud geeft dat dus een totaal anders lopende motor, in weinig meer vergelijkbaar met de Potato waar iedereen de motor blind van zou kunnen herkennen. En toch beweert men dat de motor echt wel aanvoelt als een échte Harley. Interessant.
Dat komt natuurlijk ook wel door de rest van de machine, waar overal is gezorgd dat de motor degelijk aanvoelt. Dus geen plastic, maar gewoon mannelijk staal waar je maar kijkt. Er is niet bezuinigd op de lak (alhoewel.. zwart… echt moeilijk is dat ook weer niet) en dan is er, ondanks het gewichtsvoordeel en de aangepaste geometrie, nog steeds ruimte gevonden voor een authentieke look en zit. Laag zadel, breed stuur, dat idee. Verder is er nog het concept ‘dark soul’, wat inhoudt dat alle onderdelen in stemmig zwart zijn uitgevoerd: vorkpoten, uitlaatlijpen, blok, nog wat rubbers om de vorkpoten noem maar op. Een dankbaar uitgangspunt natuurlijk, het is geen Harley als je er niet mee kunt customizen. Vandaar dat de catalogus aan Genuine parts al enorm is, laat staan de uitwisselbaarheid van andere Genuines en vanzelfsprekend nog de mogelijkheid de Aftermarket leveranciers aan te spreken. Maar dat moet niet eens nodig zijn. Om dat duidelijk te maken heeft men een paar mensen van de designafdeling vrije hand gegeven ‘iets leuks’ met de nieuwe Street te doen. Met zéér uiteenlopende resultaten.
Allemaal om aan te tonen wat je er mee zóu kunnen, als je je fantasie de vrije loop laat. Harley nodigt je daar expliciet voor uit, om aan te tonen dat ook een ‘kleintje’ als dit een ideale voedingsbodem is voor een compleet persoonlijke custom of wat je maar zou willen. Al is de basislook natuurlijk ook al overduidelijk Milwaukees.
De uitrusting is opzettelijk eenvoudig gehouden. Daarom telt de motor maar één teller met een klein lcd’tje voor slechts de hoognodige informatie. Meer heb je ook niet nodig (en is vrij beschikbaar mocht je het dan toch wel willen). Ook de bediening aan het stuur is vereenvoudigd; Harley noemt het ‘intuïtief’, wij noemen het standaard zoals alle anderen. Oftewel, de knopjes hebben een iets eh.. ‘Japansere’ layout gekregen, rechts starten en stoppen, links licht, claxon en de knippers. Hoe je het ook noemt, dit werkt vanzelfsprekend erg voor de hand liggend omdat je niet beter weet.
Waarom het contactslot dan nog wel met een ‘accessoirestand’ werkt voordat je het contact volledig aanzet is dan ook een beetje een raadsel, want nodeloos ingewikkeld. Stiekem dus toch nog een beetje Amerikaans dus, de andere modellen hebben dat ook. Je hebt er alleen minder mee te maken, want die hebben een semi keyless systeem. Toch, eenmaal alle seinen op groen springt de motor snel in de houding. De motoren draaien opvallend stil en eh… ‘licht’. Dat wil zeggen: niet de enorme klappen die je zou verwachten en best wel vlot en responsief op het gas. ‘Klinkt helemaal niet als een Harley’ weet een collega samen te vatten. En toch, een paar keer met het gas spelen geeft resultaat. Met een ‘Ah, dáár zit íe!’ steekt een bekende roffel uiteindelijk toch de kop op. Niet zo raar natuurlijk, deze motor heeft meer overeenkomsten met bijvoorbeeld een NTV dan een Road King. En als zodanig loopt het ook zo. Het is bijna…… Japans. Dat gezegd hebbende moeten we niet vergeten dat er maar één orgineel is. De rest heeft het gewoon gekopieerd. En iets gladgestreken, dat dan weer wel, maar het is dus stiekem best terecht dat je zoiets met gelijke munt terugbetaalt.
De Street zit in elk geval best oké en snel blijkt dat de motor ook prima handelbaar is. Dat duurt niet eens zo gek lang, juist het speerpunt van dit ding openbaart zich al bij lage snelheden en krap manoeuvreren. Eenmaal iets vlotter rijdend gedraagt de motor zich voorbeeldig, poeslief en vooral heel erg herkenbaar. Dat we hier een kleiner blokje hebben is wel goed te merken, de motor wil graag wat meer toeren maken en doet dit zeer lichtvoetig. De gearing is daar op aangepast en je zit dus al snel door te schakelen. Daarbij blijven de echte stappen begrijpelijkerwijs uit. Ook vermogen en koppel zijn enigszins gedownsized. Toch is met een heel klein beetje valsspelen de ‘echte’ beleving wel te vinden door domweg een paar versnellingen hoger te rijden. Normaal wordt zoiets afgestraft, maar niet bij de Street. In plaats van moeilijk te bokken of heftig te protesteren hobbelt de motor gewoon door. Wat ook lekker is, is dat ook de bedieningselementen proportioneel gedownsized zijn. En dan niet de rem, maar juist de koppeling. Desgewenst kun je met één vinger tot stilstand komen bij een verkeerslicht om met diezelfde vinger weer door te rijden bij groen licht. Die rem, nu we het er dan toch over hebben, is eveneens dik in orde. ABS is er nog niet, met nadruk op nóg. Hebben we niet gemist, maar het zou het mooi af maken. Qua vertraging zit ’t wel goed, al helemaal als je op z’n Harleys ook gewoon je voet gebruikt.
Natuurlijk is ook op de Street de grondspeling wat aan de krappe kant, maar er valt prima mee te rijden. Na een X aantal bochten vraag je je stiekem wel af of de rubberen voetsteunen een budgetkwestie waren of opzettelijk geïnstalleerd om de eigenaar niet teveel af te leiden door het geluid van schrapend metaal, maar wat verwacht je dan ook van een motor van dit genre… het is niet eens echt een Harleykwaaltje. Wel is het een mooie waarschuwing, het eerstvolgende dat de grond raakt kost wél geld.
Met de Street 750 boort Harley-Davidson een nieuwe markt aan en dat doen ze niet onverdienstelijk. Voor een motor ‘op budget’ is er opvallend veel nieuw ontwikkeld, inclusief het complete blok dat van geen kant is gebaseerd op enig ander blok uit dezelfde fabriek. Dat de V-twin daarmee wel op het speelveld van sommige Japanse concurrenten komt is geen toeval, maar ook geen nadeel. Het resultaat is namelijk een superlief, super soepel lopend en super vergevingsgezind blokje, precies uitgekiend voor het beoogde gebruik. Misschien is dit niet ieders kopje thee, maar dat was ook niet de bedoeling. Harley-Davidson boort nieuwe bronnen aan en mikt op nieuwe klanten. Daar hebben ze met de Street 750 een perfect wapen voor, het ding is werkelijk ‘als geen Harley ooit tevoren’.